Onze werkwijze
De Omnibus is een openbare Jenaplanschool. Op een openbare school is iedereen welkom, hoogachtend zijn achtergrond. De kernwaarden gelijkwaardigheid, vrijheid en ontmoetingen staan centraal. De openbare school: waar verhalen samenkomen!
De naam van onze school ‘de Omnibus’, komt uit het Latijn en betekent “voor allen”. Een omnibus is tevens een openbaar vervoermiddel waarmee iedereen kan reizen. De betekenis sluit perfect aan bij ons openbare- en jenaplankarakter. Iedereen is welkom, ongeacht zijn afkomst of levensovertuigingen. Iedereen kan met ons mee op reis! Als je bij ons binnenstapt dan voel, proef en zie je dat meteen.
Schoolgrootte
Momenteel bezoeken zo’n 200 kinderen de Omnibus. Zij zijn verdeeld over negen stamgroepen. De 17 stamgroepleiders dragen er samen zorg voor, dat de kinderen zich prettig voelen op school en dat zij naar eigen mogelijkheden optimaal presteren. Samen met de vele helpende ouders bij de diverse activiteiten vormt de Omnibus een goed georganiseerde onderwijsinstelling, die ernaar streeft onderwijs op maat te geven.
Het schoolconcept
Onze school is een openbare school die de uitgangspunten van het openbaar onderwijs nadrukkelijk onderschrijft en in praktijk brengt.
Openbaar onderwijs wil een ontmoetingsplaats zijn van kinderen, ouders en personeel met respect voor ieders levensbeschouwelijke, culturele en sociaal-economische achtergrond en ieders verschillende mogelijkheden. Het motto van het openbaar onderwijs is dan ook: "niet apart maar samen!"
Als openbare school willen we actief bijdragen aan een vreedzame pluriforme samenleving. Verschillen zijn gewenst, zij bieden mogelijkheden tot verrijking. We maken kennis met ideeën en gebruiken van elkaar. Vervolgens kunnen we er dan met begrip, respect en tolerantie mee omgaan. Voor de kinderen als voorbereiding op hun latere deelname aan de samenleving, waarin zij zichzelf moeten kunnen redden, met en tussen andere mensen.
Onze school is ook een jenaplanschool. Dat wil zeggen dat wij werken volgens de uitgangspunten van het jenaplanonderwijs. Kinderen moeten goed worden voorbereid op hun toekomst in een snel veranderende, complexe maatschappij. Dat betekent dat het gaat om veel meer dan alleen maar kennisoverdracht. In een Jenaplanschool wordt heel nadrukkelijk gewerkt aan de groei van de zelfstandigheid van het kind, het leren omgaan met vrijheid en het leren zelf het werk te plannen. Verder wordt kinderen geleerd verantwoordelijk te zijn voor het (eigen) werk en de omgang met elkaar. Dit kan perfect geleerd worden in de driejarige stamgroepen waar wij mee werken.
We hebben als school een aantal kernwaarden benoemd die onder alles wat we doen liggen.
• Op de Omnibus is een veilig klimaat en word je gezien.
• Op de Omnibus leren we van en met elkaar.
• Op de Omnibus werken we effectief binnen een rijke leeromgeving.
• Op de Omnibus staan gesprek, werk, spel en viering centraal.
Deze uitspraken zijn voor zowel de ontwikkeling van kinderen als de teamleden leidend.
Stamgroepen
Iedereen weet uit eigen ervaring dat kinderen van elkaar leren en samen nieuwe dingen ontdekken. Wij vinden het belangrijk dat ze van elkaar leren en vertellen hoe ze een taak hebben afgemaakt of een probleem hebben opgelost. Dat ze leren samenwerken in de groep en in kleine groepjes. Daarom zitten de kinderen bij ons op school in stamgroepen. Een stamgroep is een groep die bestaat uit drie jaargroepen; een verzameling dus van kinderen met verschillende leer- en sociale vaardigheden. Op de Omnibus hebben we stamgroepen samengesteld met verschillende leeftijdsgroepen.
- 2 onderbouwstamgroepen waarin de leerjaren 0, 1 en 2 samen zitten.
- 4 middenbouwstamgroepen waarin de leerjaren 3, 4 en 5 samen zitten.
- 3 bovenbouwstamgroepen waarin de leerjaren 6, 7 en 8 samen zitten.
Een stamgroep heeft voor ons een aantal belangrijke voordelen:
- Kinderen van verschillende leeftijden zitten bij elkaar.
- Kinderen zijn achtereenvolgens jongste (leerjaar 3), middelste (leerjaar 4) en oudste (leerjaar 5) in een stamgroep. Dit is van invloed op de positie van een kind in de groep.
- Kinderen kunnen van en met elkaar leren.
- Kinderen krijgen instructie in kleine groepjes.
- Kinderen kunnen gemakkelijk in een hoger of lager niveau werken zonder van groep te hoeven wisselen.
- Kinderen leren zelfstandig werken.
- Elk jaar wisselt maar 1/3 deel van de groep, waardoor de groepscultuur behouden blijft.
- Kinderen blijven drie jaar bij dezelfde stamgroepleider. Deze leert het kind door en door kennen.
Kinderen kunnen op diverse manieren gegroepeerd worden voor verschillende activiteiten. Denk daarbij bijvoorbeeld aan een niveaugroep. Dagelijks zitten de kinderen minimaal een uur in een niveaugroep waar ze instructie op hun niveau krijgen. Ook kan er gewerkt worden in een belangstellingsgroep voor het uitwerken van een bepaald werkstuk of een tafelgroep (verschillende leeftijden en/of verschillende leerstijlen bij elkaar aan tafel) voor het zelfstandig werken aan taken, zodat oudere kinderen de jongere kinderen kunnen helpen, maar ook zodat kinderen kunnen leren van elkaars manier van leren/werken.
Basisactiviteiten
Gesprek, spel, werk en viering vormen de basisactiviteiten in onze school. Deze basisactiviteiten, zoals Petersen die onderscheidde,
- zijn algemeen-menselijk, daarom zijn het ook basisactiviteiten;
- zijn fundamenteel voor samen mens-zijn en mens-worden;
- vullen elkaar daarom aan: leven is bijvoorbeeld méér dan werken; je kunt er dus niet zomaar één vergeten;
- doen een beroep op de totale persoon.
Deze activiteiten zijn elke week terug te vinden binnen ons lesrooster, dat wij liever de naam ‘ritmisch weekplan’ meegeven. De naam geeft het eigenlijk al aan. De diverse activiteiten volgen elkaar in een steeds weer terugkerende ritmiek op. Dat zorgt mede voor structuur die kinderen nodig hebben.
Ons onderwijs inhoudelijk
Kleuters leren al doende, tijdens hun spel. Wij spelen daarop in door te zorgen dat er veel (ontwikkelings)materiaal is, waarvan kleuters kunnen leren. Dit alles binnen een vooraf vastgesteld thema. We praten veel met kinderen over allerlei onderwerpen om zo hun woordenschat goed te ontwikkelen en hen goed te leren spreken. Dat is belangrijk als voorbereiding voor het latere lees- en taalonderwijs. Net zo belangrijk vinden wij de ontwikkeling op andere gebieden, zoals bewegingsactiviteiten, expressieactiviteiten en sociale vorming. Immers, de beste ontwikkeling is een brede ontwikkeling, een ontwikkeling van het kind op alle onderdelen.
In de hogere groepen is kennisoverdracht van groot belang. Voor elk vakgebied krijgt de groep een kwalitatief hoogwaardige instructie. Na een instructie maken we dikwijls gebruik van coöperatieve werkvormen. Binnen deze werkvormen leren kinderen om samen te werken. Tevens wordt er tijdens deze werkvormen het lesdoel op een andere manier geoefend.
Na de basisinstructie bekijkt de stamgroepleider samen met het kind of het zelfstandig verder kan met de verwerking van het geleerde of dat er nogmaals (andere) uitleg nodig is. Het geleerde wordt geoefend of toegepast in een werkboek of tijdens wereldoriëntatie in bijvoorbeeld een presentatie of werkstuk. Kinderen werken bij de start doorgaans individueel aan hun opdrachten en na een bepaalde periode gaat dit over in samenwerken.
Gedurende het schooljaar hanteren we een aantal thema’s waaraan we werken. Hetgeen kinderen aan kennis hebben opgedaan laten we terugkomen binnen het werken in deze thema’s. Dit zodat het geleerde betekenisvol wordt. De opgedane kennis tijdens de zaakvakken (rekenen, spelling, taal, lezen) moet ertoe leiden dat kinderen hun wereld kunnen ontdekken, zich in hun wereld kunnen oriënteren! Ook het onderdeel techniek en wetenschap heeft een plek binnen dit aanbod.
Vanaf het schooljaar 2019-2020 zetten we Chromebooks in. Leerjaar 5 t/m 8 gebruiken dit device bij methode vakken. In de andere groepen wordt het aanvullend ingezet. Hierbij blijft de kennisoverdracht van de stamgroepleider van even groot belang.
Kinderen van de midden- en bovenbouw krijgen een aantal vakken, onder andere rekenen, aangeboden in een niveaugroep. Kinderen zitten dan per leerjaar/niveau bij elkaar en krijgen daar de kennisoverdracht. Het verwerken van deze kennis kan vervolgens weer in de stamgroep plaatsvinden.
Wij streven er naar om binnen de stamgroep de diverse leerjaren op zo’n manier instructie te geven dat de doelen voor alle leerjaren in 1 instructie aan bod komen. Om de leerdoelen goed voor ogen te hebben en inzichtelijk te maken, worden er in alle stamgroepen doelenborden ingezet. Hierop zien de kinderen en de stamgroepleider waaraan gewerkt wordt in een bepaalde periode en worden de verbindingen tussen de diverse niveaus en vakken gezocht.
Zoals eerder aangegeven vinden wij naast kennisoverdracht ook de sociale-, emotionele- en creatieve vorming van groot belang. We besteden veel aandacht aan leren praten, luisteren naar wat anderen precies zeggen en daarop goed reageren. We leren de kinderen ook hun eigen mening onder woorden te brengen en deze op een juiste manier te (durven) uiten. Jezelf presenteren en aandacht hebben voor anderen is ook een vaardigheid die we willen meegeven. Communicatieve eigenschappen nemen in onze moderne maatschappij een steeds belangrijkere plaats in.
Daarnaast geven wij graag nog eens nadrukkelijk aan, dat het ons altijd gaat om de ontwikkeling van het totale kind.