Stamgroepen
Kinderen leren van elkaar en ontdekken samen nieuwe dingen. Wij vinden het belangrijk dat ze van elkaar leren en vertellen hoe ze een taak hebben gemaakt of een probleem hebben opgelost. Dat ze leren samenwerken in de klas en in kleine groepjes. Daarom zitten de kinderen bij ons op school in stamgroepen. Een stamgroep is een groep die bestaat uit drie jaargroepen; een verzameling van kinderen met verschillende leer- en sociale vaardigheden.
Op de Omnibus hebben we stamgroepen samengesteld met verschillende leeftijdsgroepen.
- 3 onderbouw stamgroepen waarin de leerjaren 0, 1 en 2 samen zitten.
- 4 middenbouw stamgroepen waarin de leerjaren 3, 4 en 5 samen zitten.
- 3 bovenbouw stamgroepen waarin de leerjaren 6, 7 en 8 samen zitten.
Een stamgroep heeft voor ons een aantal belangrijke voordelen:
- kinderen van verschillende leeftijden zitten bij elkaar;
- kinderen zijn achtereenvolgens jongste, middelste en oudste in een stamgroep. Dit is van invloed op de positie van een kind in de groep;
- kinderen kunnen van en met elkaar leren;
- kinderen leren zelfstandig werken;
- elk jaar wisselt maar 1/3 deel van de groep, waardoor de groepscultuur behouden blijft;
- het uitgangspunt is dat kinderen drie jaar bij dezelfde stamgroepleider blijven. Deze leert het kind heel goed kennen.
Het jenaplanonderwijs kent gesloten en open stamgroepen. Bij gesloten stamgroepen zitten de kinderen de hele dag in de stamgroep. Bij open stamgroepen krijgen de kinderen gedurende de dag ook les in jaargroepen.
De Omnibus werkt in de midden-en bovenbouw met open stamgroepen. De kinderen beginnen de dag in de stamgroep. Van 9.00-11.30 uur volgen de kinderen les in de jaargroep. De basisvakken taal, (begrijpend) lezen , rekenen en schrijven staan dan centraal. Aan de jaargroep is een jaargroepleider gekoppeld. Vanaf 11.30 uur gaan de lessen weer verder in de stamgroep. In de stamgroep staan de overige vakken centraal en is er ook veel aandacht voor de sociaal-emotionele ontwikkeling en het werken/spelen in een groep.
Op deze manier kunnen we didactisch en sociaal-emotioneel het beste van twee werelden combineren.